Hol. Misbruikt. Besmet. Zomaar wat associaties die mensen hebben bij het woord ‘duurzaam’. Waarom willen wij onze manier van communiceren dan toch duurzaam communiceren noemen?

De keren dat we het hebben moeten uitleggen, zijn niet meer op onze handen te tellen. Toen Jitse Knoop en ik een term moesten bedenken voor ‘onze’ manier van communiceren, kwamen we uit op Duurzaam Communiceren. Klinkt prachtig, maar toch leidde het tweede woord voortdurend tot vragen. Was dat woord misschien dan niet zo handig gekozen?

Of toch wel? Want eigenlijk kwam het best goed uit dat we keer op keer wat uit te leggen hadden. Niet in het minst omdat na afloop van ons verhaal de reactie steevast hetzelfde is: ‘Ja, eigenlijk heel logisch.’ Maar welke vragen krijgen we dan zoal op ons afgevuurd?

“Maar dat heeft toch helemaal niks met duurzaam te maken?”

De combinatie van ‘duurzaam’ en ‘communicatie’ levert bij veel mensen associaties op met milieuvriendelijke inkt of minder papiergebruik. Misschien begrijpelijk, maar eigenlijk ook niet. Alsof duurzaam gelijkstaat aan ‘groen’. Terwijl ‘groen’ hooguit een prettig neveneffect is van wat wij met duurzaam communiceren voor ogen hebben.

Het lijkt er soms op dat we allemaal de originele definitie van duurzaamheid zijn vergeten. Of weten we nog waar de drie P’s voor staan? Duurzame communicatie is communicatie die is gericht op duurzame relaties met klanten en medewerkers (people) en die veel effectiever is (profit) en tot minder verspilling (planet) leidt dan het tradtionele top-down-eenrichtingsverkeer waarop vele organisaties nog altijd in een reflex terugvallen. Hoe logisch is het dan om onze manier van communiceren duurzaam communiceren te noemen?

“En jullie hebben ’t niet eens over duurzame producten en diensten!”

Duurzaam communiceren doe je bovendien niet alleen voor duurzame producten en diensten. Alsof je groene producten op een duurzame manier moet aanprijzen, maar ‘grijze’ producten op een foute manier aan de man mag brengen. Natuurlijk telt ons platform diverse leden met ervaring in de wereld van duurzame producten, maar dat is alleen maar logisch: juist duurzame producten moet je eerlijk, transparant en in dialoog met de klant aanbieden, je kunt niet anders. Van die ervaring kan iedereen leren. En waarom zou die praktijk vervolgens niet voor alle bedrijven en organisaties kunnen – en moeten – gelden?

Iedereen die ons manifest leest, zegt na afloop: ja, zo zou het moeten. En zo is ’t ook: uiteindelijk moet duurzaam communiceren de gewoonste zaak van de wereld zijn. Duurzame communicatie = de beste communicatie = communicatie. Net zoals duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen inmiddels de gewoonste zaak van de wereld zou moeten zijn.

“Van het woord alleen al krijg ik jeuk”

Tot slot horen we met regelmaat dat het woord zelf inmiddels veel aan betekenis en kracht heeft ingeboet. Een bezwaar waar we ons in kunnen vinden, want er was een tijd dat het woord te pas en vooral te onpas werd gebruikt. Toch is er nu bijna vaker sprake van greenhush dan van greenwash. Dat maakt ‘duurzaam’ weer vrij voor hergebruik – wel zo toepasselijk.

Kijkend naar de drie P’s is er geen beter woord – één woord – dat toch de hele lading dekt. Van duurzame communicatie wordt de wereld beter én het levert op de lange termijn meer op. Het woord mag dan aan inflatie onderhevig zijn geweest, iemand moet het toch weer de lading meegeven die het oorspronkelijk had. Daarom noemen we duurzaam communiceren tóch duurzaam communiceren, hoe hol, misbruikt en besmet het woord ‘duurzaam’ voor sommigen nog altijd mag zijn. Totdat duurzaam communiceren zó vanzelfsprekend is dat het een pleonasme is geworden. En dan beloven we je: als dát zover is, houden wij ook op.