Banken zijn too big to fail. Daarom kunnen ze doen wat ze willen. Maar geldt dat ook voor grote organisaties als het gaat om duurzaam communiceren? Kunnen die liegen en bedriegen zonder daarvoor te worden afgestraft?
“Ach, klagen helpt niet. Ze gaan toch gewoon hun gang.” Het is een veelgehoord geluid. Je hoort het over de politiek, over de overheid, maar ook over de grote bedrijven van Nederland. De meeste mensen zien die nog steeds als machtige instituten die ons hun wil kunnen opleggen. Ze maken deel uit van een ‘systeem’ waarin wij gevangen zitten.
Bonus voor fraude
Voor banken gold de laatste jaren een wel heel pervers mechanisme. Aangejaagd door activistische aandeelhouders, verleid door steeds hogere bonussen en met de ogen gericht op de kwartaalcijfers leidden ze ons de financiële crisis in. Zelfs coöperatieve banken als de Rabobank vielen ten prooi aan het syndroom. Voor de bank en zijn medewerkers wachtte alleen de hemel, zonder dreiging van de hel.
Het recente Rabobank-echec maakte het nog maar eens duidelijk. De daders werden niet aangeklaagd wegens fraude, valsheid in geschrifte en deelname aan een criminele organisatie. Ze kregen zelfs hun bonus gewoon uitbetaald. Voortdurend was het de belastingbetaler die voor de kosten moest opdraaien. De graaiers kregen niet hun verdiende loon, hun werkgever was immers too big to fail.
Moedeloze klanten
Dus waarom zou een bedrijf opeens duurzaam communiceren? Helder zijn in wat je aanbiedt, eerlijk zijn over wat je kunt en niet kunt, net zo geloofwaardig zijn als een goede vriend of buurman? Als je too big to fail bent, dan ben je toch ook too big to care? Dan ben je als grote onderneming toch veel goedkoper uit als je valse beloften doet en keer op keer je klanten uitspeelt op hun angst en hebberigheid? De moedeloosheid van hun eigen klanten vraagt er bijna om.
Want wat je vaak hoort uit de mond van zulke cynische klanten: “Die macht kun je toch nooit breken. En het heeft geen zin om naar een ander over te stappen, want die is net zo erg.” Ja, dat is waar. Maar is dat ook niet de sleutel tot de deur naar buiten? Wat stel je voor dat er een ander is die níet net zo erg is. Een bedrijf dat door zijn uitspraken en gedrag keer op keer bewijst dat het wél het belang van zijn klanten vooropstelt. Dat ook op de lange termijn winstgevend durft te zijn. En dat ziet hoe eenvoudig het is om op te vallen door het ánders te doen.
Met de voeten stemmen
En zo machtig is een groot bedrijf ook weer niet. De consument hoeft maar even massaal een andere keus te maken en een eens machtig imperium is binnen enkele jaren ingestort. Kijk naar Nokia of Blackberry. Als het gaat om mooie en handige spulletjes, kunnen we kennelijk heel makkelijk met onze voeten stemmen. Net zo makkelijk is een bedrijf te breken vanwege zijn oneerlijke communicatie. Via social media en georganiseerd in actiegroepen zelfs gemakkelijker dan ooit.
Het is een kwestie van tijd voordat een bedrijf om die reden te gronde wordt gericht. Niet omdat het rommel verkoopt, maar omdat het kletspraat verkoopt. Dat zouden de grote ondernemingen van Nederland zich moeten aantrekken. Alleen al omdat duurzaam communiceren minder kost en meer oplevert. You are never too big to care.